Uil is de buur van Vos en Haas.

Hij geeft een feest. Want hij is jarig!

'Ik wil een groot stuk taart!' zegt Vos.

En hij wil nog meer. Hij wil koek. Heel veel koek!

Het is nooit saai in het bos van Vos en Haas. Vier verhalen van Vos en Haas gebundeld in één dik boek: Een buur voor Vos en Haas, Vos en Haas op zoek naar koek, Vos en Haas en het feest van Uil en Blauw is saai.

Elk jaar is het één keer lente.

En één keer zomer.

En één keer herfst.

En één keer winter.

Dat gaat zo.

Daar is niets aan te doen.

Maar dat is ook niet erg.

Want de lente is leuk en de zomer ook.

In de herfst waait het en in de winter valt er sneeuw.

Er valt altijd wel iets te beleven met Vos en Haas.

Het hele jaar rond! Voor elk seizoen een verhaal van Vos en Haas, gebundeld in één dik boek: Troep is leuk, De bui van Uil, De ballon van Uil en Wat een kou.

Wat zijn er veel woorden in de wereld!

Soms is een woord bijzonder.

Soms is een woord heel gewoon.

Hoeveel woorden heb je nodig voor een verhaal?

Honderd? Of een miljoen?

En voor een woordenboek?

Staat daar echt alles in?

Kun je de woorden dan nog tellen?

Uil, Vos en Haas geven een feest.

Een verjaardagsfeest!

Want jarig zijn is leuk.

Iedereen komt.

Iedereen brengt cadeautjes mee.

Pluim geeft een taartschep aan Uil.

Een schep van echt zilver.

Maar als alle gasten weg zijn, is ook de taartschep verdwenen!

Was er een dief?

Wie is de dief?

En waar is het cadeau van Uil?

Er is een zee in het bos.

'We kunnen pootjebaden' juicht Vos.

Maar Haas zegt: 'Dat is geen zee. Het is een meer.'

'Meer wat?' vraagt Uil.

'Meer water', zegt Vos.

'Want eerst was er niets. En nu heel veel.

En er komt nog bij ook. Meer en meer en meer.'

En ja, het klopt.

Het water stijgt en stijgt.

Dat loopt slecht af!

'Ik heb wat te koop', zegt Rob.

'Raad eens wat het is.

Als je het weet, krijg je het.'

'Is het groot?' vraagt Haas.

Rob schudt zijn kop.

'Is het lekker?' vraagt Vos.

'Ja', zegt Rob.

'Kun je het opeten?' vraagt Haas.

Dat vindt Ever een domme vraag.

Iets wat lekker is, kun je opeten.

Altijd!

Of niet soms?

Kunst is er om naar te kijken. Natuurlijk is er bij elk schilderij een officieel – kunsthistorisch – verhaal. Zo’n verhaal kan je helpen een kunstwerk beter te begrijpen. Maar in goede kunst kun je vooral ook je eigen fantasie kwijt. Wat zie je zelf als je echt goed kijkt? Waar gaat dat jongetje dat door De Nachtwacht rent naartoe? Wat staat er in de brief die de Brieflezende vrouw van Vermeer aan het lezen is? Waarom is De bedreigde zwaan die Jan Asselijn schilderde zo boos? De beste k...

Ping Wing mist Jak.

Jak is ver weg.

Dat is maar goed ook!

Want Jak is een boef.

'Niet waar!' zegt Ping Wing.

'Mijn Jak is een stoere piraat.

Ooit komt hij terug.

Dan neemt hij wraak!'

Zou het waar zijn?

Komt er weer een boef in het bos?

D wat doen we daarmee?

Denken of dromen?

Nee.

Doe hem maal twee.

Dan heb je hem dubbel

als midden in miDDen

of zet er een i voor.

Is dat geen idee? In het universum van Vos en Haas wordt ook een kartonboek grappig, poëtisch en scherpzinnig. 'Het grappige alfabet dat Sylvia Vanden Heede schreef, is een opstap naar boeken, maar het is ook een leuk tussendoortje voor gevorderde lezertjes.

Het aa bee see is een boek met heel wat knipogen naar de Vos en Haas-verhalen en naar de bijzonderheden va...