Ongehuwde ouders, twee vaders met een draagmoeder, lesbische wensouders en een donor, gezinnen met meer dan twee opvoeders – het ouderschap anno nu kent vele gezichten. Toch blijft de wetgever in het Nederlandse afstammingsrecht vasthouden aan het ideaal van het traditionele huwelijksgezin. Voor ouders en kinderen die hiervan afwijken, schiet het recht tekort. Noch is er een antwoord op toekomstige uitdagingen die opkomende voortplantingstechnieken met zich meebrengen. Hierbij is telkens de onderliggende vraag: wie kunnen de juridische ouders zijn van een kind, met wat voor soort rechten en plichten en waarom? Door morele waarden bloot te leggen, ontwikkelt Laureen Hu handvatten om gerechtvaardigde keuzes te maken in wetgeving. De kracht van het boek zit in de vernieuwende vertaling van die morele inzichten naar heldere modellen voor een toekomstbestendig afstammingsrecht.Met een scherpe analyse doorbreekt Hu de impasse sinds het rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap. Het is hoog tijd voor een meer fundamentele heroverweging van het afstammingsrecht. Dit boek is een inspiratiebron voor iedereen die zich bezighoudt met het familierecht van morgen.