Een bonte bundel essays van een veelzijdig cultuurhistoricus: over de Afscheiding van 1834, over bibliotheken, over het Chinese schrift, over Hongkong, Huizum en Leeuwarden in de twintigste eeuw, over memoriecultuur in China en Europa, over psychologie uit Amerika, over stambomen, over taalfamilies en vertalen.
Dr. Kees Kuiken (Leeuwarden 1954) geeft een podium aan ‘vreemde vogels’ zoals de wereldreiziger Chan Atai, de Hongkongse gouverneur Chris Patten, de Leeuwarder popbaas Sjoerd Cuperus, de gestaltpionier Fritz Perls, het stripfiguurtje Pigpen – en zijn eigen Friese grootmoeder. Met Pieter Geyl (1946) ziet hij geschiedschrijving als een discussie zonder eind waarin vaak onverwachte feiten opduiken: de beruchte ‘zwarte zwanen’ van John Stuart Mill (1843). Kuiken trof zelf een paar maal zo’n zwarte zwaan op zijn pad. Hij doet er openhartig verslag van.