Het verlegen poesje raakt tijdens een wandeling zijn moeder en broertjes en zusjes kwijt met behulp van een mol en een eekhoorn en een kikker en een hondje vindt ze toch de weg terug naar huis.

Een boekje over een meisje, dat vliegt als een sijsje.

Spik spak spuiken. Ze is een kuiken.

Huppekee, huppeka, ze doet alle dieren na.

Een schattig Gouden Boekje dat zeker in de smaak zal vallen bij kleine meisjes.

Tingelelingeling, daar komt meneer Mooi Weer aan in zijn witte ijscowagen, hij brengt ijsjes rond. Alle smaken die je maar kan wensen en overal in en rond het dorp de hele dag lang.

Wanneer de voddenman moet niezen gebeuren er allemaal rare dingen: de gans verliest zijn veren, de hond miauwt in plaats van blaffen, het konijn raakt zijn oren kwijt en nog veel meer. Komt dit nog goed?