Able to work anywhere – and in unpredictable times, often forced to – we have a tortured relationship with the office today. Desperate to work again in physically shared spaces, we are also now questioning whether offices – and the demanding, alienating rhythms they impose on us – are needed at all.

Offices themselves labour under intolerable forces too: twenty-first-century building regulations suggest redesigning them every seven-to-ten years, managerial strategies typically shift e...

Dutch hofjes have been capturing the imagination for six centuries; their special architecture makes these small, hidden urban oases unabatedly topical. In every period architects have innovated the fourteenth-century archetype in response to changing societal needs. Residents and visitors always experience a special, urban intimacy in an atmosphere of collectivity.

Urban Oases unravels the sustainable manifestation of the hofje. It takes the reader into the alleyways of ancient cities and al...

Het vijfde nummer binnen de ONTO cahierreeks gaat in op de kern van architectuur en het architectuurontwerp, met name ruimtelijkheid: het kwantitatief en kwalitatief afbakenen van ruimte in relatie met de bredere ruimtelijke context. Dit gebeurt via een inkijk in de eerstejaarsstudio ‘initiatie ontwerp’, een goede plek om te bestuderen hoe het begrijpen van ruimtelijkheid aan de basis ligt van ontwerpcriteria, -vaardigheden en -methodieken.

Vanuit het perspectief van de prille student too...

Footprint #28 examines the relation between cybernetics and architecture by focusing on a problem they both share: the production, consumption and flow of information, or, in other terms, of meaning. Therefore, cyberneticisation can set the foundations for a relational account that examines how signs are communicated and how meaning is produced and experienced within systems. This third-order cybernetics extends beyond the original scope of living organisms and their environments in order to ...

For English see below

Architectuur in Nederland is al ruim 30 jaar een onmisbaar overzichtswerk voor iedereen die zich voor de Nederlandse architectuur interesseert of er vakmatig bij betrokken is.

Elk jaar presenteert een driekoppige redactie in deze publicatie een selectie bijzondere projecten die in het voorbije jaar zijn opgeleverd en beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen die de Nederlandse architectuur beïnvloeden.

De redactie van het Jaarboek bestaat uit Teun van den Ende (zelfsta...

Nederland is door mensen gemaakt. In steden, polders, landinrichting, zelfs in natuurgebieden is de ordenende menselijk hand zichtbaar. De planmatige inrichting is even uniek als befaamd.

Dit boek beschrijft de intrigerende geschiedenis van de ruimtelijke ordening van Nederland, vanaf de late middeleeuwen tot nu. Waar komt de sterke neiging tot ordening en planning vandaan? Die duizenden plannen, ging dat altijd goed? Of sloegen de planologen en stedenbouwkundigen de plank wel eens mis?

Van d...

Veel gebouwen worden gemaakt met standaard- of systeemproducten. Er gaat echter een hele nieuwe wereld open wanneer de architect, in lijn met zijn of haar ontwerp, onderdelen ontwerpt die speciaal bij de architectonische expressie van het gebouw passen. Juist de verborgen mogelijkheden van glas zijn daarvoor een grote bron van inspiratie.

Dit boek behandelt de productontwikkeling - Design & Build - op het gebied van glazen gevels, daken met glas en zelfs toepassingen van koud gebogen en koud ...

Ruim 20 jaar werd er in Groningen gewerkt aan de oostzijde van de Grote Markt, met het Forum als cultureel hart van de ingreep. In opdracht van de gemeente ontwierp NL Architects een nieuw type gebouw, waarmee het bureau begin 2007 de internationale concurrentie bij de meervoudige opdracht ver achter zich liet.

Bij de opening eind 2019 werd het gewaagde, onwerkelijke ontwerpconcept eindelijk tastbaar: een reeks gestapelde pleinen die voor de ontsluiting en overlapping van een rijk cultureel p...

Deze eerste grote monografie over Paleis Het Loo gaat over de bouw, inrichting, bewoning en tuinen van het paleis vanaf de aankoop van het terrein door prins Willem III in 1684 tot en met de openstelling als museum onder koningin Beatrix in 1984. In de drie tussenliggende eeuwen werd het paleis bewoond door tien opeenvolgende generaties Oranjes. Het Loo werd hun meest geliefde zomerpaleis, maar ook een reisdoel voor kijklustigen en al wie zich wilde vergapen aan de pracht en praal van dit gro...