De familie Urbanus is besmet met een buitenaards dodelijk virus.

Urbanus zoekt een lief maar wordt opgezadeld met een harem oude wijven.

Het begint allemaal als een sprookje voor de familie Urbanus: het grof vuil wordt buitengezet (meenemen die handel!), Urbanus wordt eerste minister van Tollembeek (elke dag grof vuil!) en Cesar begint een carrière als dorpsbeul (folterfestijn!). Maar zoals verwacht komt er aan elk sprookje wel een einde: als Eufrazie ontdekt dat het toverstokje dat ze heeft opgeraapt bij het grof vuil over échte magische krachten beschikt, ontaardt haar gegoochel al snel in een burgeroorlog met Nederland. ...

Rampspoed en onheil! Het intellectueel niveau van de Urbanus-strip stijgt: personages citeren Shakespeare, iedereen loopt rond in zwartwit omdat dat chiquer staat en de familie Urbanus krijgt de maken met de ene tegenslag na de andere. Tijd voor Urbanus zelf om eens orde op zaken te stellen bij zijn tekenaar!

Urbanus heeft geen goesting meer om naar school te gaan. Hij richt zijn eigen vakbond op om te kunnen staken. Tijdens het stakerspiket steekt hij van alles in brand, matrassen, autobanden, zelfs een fiets verdwijnt in het vuur. De politie van Tollembeek heeft er genoeg van en roept de hulp in van juffrouw Pussy.