Joris is een superkampioen.

Wat gaat hij vandaag voor bijzonders doen?

Hij wil alles over dino’s leren

en gaat stiekem in het museum logeren.

Opeens klinkt er een geluid.

Joris, kijk toch uit!

‘Help!’ roept Joris. ‘O, wat erg!’

Voor hem ligt een dinobottenberg.

Maar een beetje kampioen…

weet meteen wat hij moet doen!

Joris is kampioen. In alles. En nu wil hij uitpuzzelen hoe een dino in elkaar zit. Hij verstopt zich in de wc van het natuurmuseum en komt ’s nachts tevoorschijn. I...

Tien olifanten rijden naar een brand.

‘Opzij, opzij, aan de kant!’

Pas op, daar hangt een lange tak.

Krak! Een olifant vliegt van het dak.

De brandweerwagen scheurt door de regen.

En toen waren er nog maar negen…

Onderweg naar een brand verdwijnt de ene na de andere olifant. Maar Spuit Elf redt ze allemaal en brengt het aantal weer op tien, of nog beter, elf…

Want Spuit Elf telt voor tien!

Ta-tat ta-ta-taaa! Waar komt dat geluid vandaan?

Tien olifanten die samen op pad gaan.

‘Een twee, in de maat

van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat.

We gaan dansen, we gaan swingen,

en lekker samen springen.’

In de jungle hangt een affiche voor een groot dansfeest.

De olifanten hebben er zin in. Onderweg sluiten andere dieren aan.

Maar als ze op de plek van het feest aankomen, is daar NIETS te zien.

Of toch wel?

Spuit Elf het brandweerolifantje woont met tien stoere grote brandweerolifanten in de kazerne. Hij helpt graag iedereen een handje. Maar de brandweerolifanten nemen hem steeds het gevaarlijke werk uit handen. Zo kan hij nooit laten zien dat hij ook wel iets kan!

Een brand hier, een brand daar. Een kat die niet meer van het dak durft te komen. Omgevallen bomen opruimen na de grote storm… Zal het Spuit Elf lukken om zichzelf te bewijzen?

‘Geen probleem,’ zegt Spuit Elf, ‘ik heb het al g...

Rijk wacht op de bus. Een lange rij sluit aan.

‘Dag, ik ben Rijk.’

‘Mijn papa is rijker!’ Een meisje duwt hem opzij.

Iedereen schept op, en iedereen dringt voor bij het instappen.

Rijk laat de bus maar gaan.

Aan het eind van de straat glijdt de bus uit over de mest van papa. Hij belandt in de sloot!

Rijk aarzelt niet, hij rent naar huis…

Bij Timo zijn ze net aan tafel gegaan. Opeens belt er iemand aan.

Mama weet zeker dat ze geen pakje heeft besteld.

Dat heeft ze papa beloofd. Maar als Timo gaat kijken, staat er een grote doos voor de deur...

Een hilarisch prentenboek op rijm van Harmen van Straaten: grappig, ondeugend en net even anders.

Bekend van Hé, wie zit er op de wc?

‘Ik heb geen slaap,’ zegt Schaap.

Ook Neushoorn is niet moe. Hij wil niet naar bedje toe.

‘Laten we tikkertje doen. Wie begint?’

‘Hi, hi,’ lacht Schaap. ‘Wie denk je dat er wint?’

Retteketet! Gaan de dieren ooit naar bed?

Een ondeugend voorleesverhaal voor het slapengaan waarmee je de kinderen lachend in bed krijgt. Even hilarisch als Harmen van Straatens prentenboek Hé, wie zit er op de wc?.

Trippel en Trappel trappelen trippelend op de trap.

‘Trippel,’ zegt Trappel tegen Trippel, ‘als jij nu eens vliegensvlug vooruit de kamer in vliegt? Vliegensvlug vlieg ik dan vlot achter jou aan en vrolijk vliegensvlug terug met op mijn rug… een stuk kaas!’

‘Helaas Trappel,’ zegt Trippel, ‘trap ik daar niet in. Trippel trappel maar in je eigen val, ik ben niet mal! In huizen waar muizen huizen, huizen naast muizen ook katten in huizen…’

Voorlezen zonder over de woorden te ...

Spuit Elf wil heel graag brandweerolifant worden, maar hij moet nog veel leren. Vooral om op tijd te komen… En hij is ook nog erg klein. De grote brandweerolifanten maken zich vaak zorgen om hem. Maar dan doet zich een ramp voor. Aan Spuit Elf om te bewijzen dat hij een echte brandweerolifant is!

Thomas loopt naar oma. Hij bedenkt een gedicht voor haar. Maar onderweg gaat er van alles mis.

Wat rijmt er op… Rijm je mee?

Hé, wat ligt daar op de stoep…? Een damestas vol snoep.

Oeps, een hond verdwijnt ermee achter een keet. Daar klinkt een keiharde… kreet.

Twee deftige dames beginnen hard te gillen, ze hebben dikke… strenge zwarte brillen.

Als Thomas eindelijk bij oma aankomt, is het groot feest.

‘Dag oma. Ik probeerde op tijd te komen, maar er lag iets op de stoep…’

â€...