In dit Handboek wordt uitgebreid ingegaan op de regels die gelden rondom duurzaamheidsverslag in 2025. Het Handboek richt zich zowel op de geldende Europese regelgeving zoals opgenomen in de CRSD en ESRS, de voorstellen voor implementatie in de Nederlandse wet- en regelgeving als op de hoofdzaken van de internationale regelgeving, zoals vormgegeven door de ISSB. Interessant voor accountants, adviseurs, studenten en iedereen die zich met duurzaamheidsverslaggeving bezighoudt.

Dit boek biedt een diepgaande analyse van de erfrechtelijke positie van het kind in een meeroudergezin in twee situaties: het huidige recht op grond waarvan een kind maximaal twee juridische ouders kan hebben, én het scenario waarin meerouderschap wettelijk zou worden geregeld, zoals voorgesteld door de Staatscommissie Herijking ouderschap in het rapport ‘Kind en ouders in de 21ste eeuw’. Niet alleen het erfrecht dat is vastgelegd in Boek 4 van het BW komt aan bod, maar ook de Successiewet.

.

Hoewel Meijers vooral bekend stond om zijn werk op het terrein van het burgerlijk recht, strekt deze titel zich tot meerdere disciplines uit, waaronder de rechtsgeschiedenis, de rechtstheorie, het arbeidsrecht, het procesrecht en de rechtsvergelijking. Dit boek bundelt actuele reflecties op de nalatenschap van Eduard Maurits Meijers, deels gebaseerd op de bijdragen van een symposium dat in juni 2024 in Leiden plaatsvond en deels bestaand uit aanvullende bijdragen.

Deze uitgave beschrijft het Nederlandse privaatrecht op het gebied van zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking - en plaatst deze onderwerpen in een vergelijkend en historisch perspectief. Uiteraard komen de laatste ontwikkelingen op nationaal, internationaal en supranationaal niveau daarbij uitgebreid aan bod. Het is dit jaar 25 jaar geleden dat de regeling van de ongerechtvaardigde verrijking in het nieuwe Burgerlijk Wetboek van kracht werd. Sindsdien is zo...

Dit boek vormt het verslag van tien interviews met slachtoffers van letsel die daarvoor een ander aansprakelijk stelden en daarover procedeerden tot en met de hoogste civielrechtelijke rechterlijke instantie in Nederland. De vertellingen bieden een 'plaatje' bij de uitspraken: de mensen wier namen bij juristen zo bekend zijn, krijgen een gezicht. Dat is 'leuk' voor juristen, maar dat was niet het doel van de geïnterviewden.

Voor hen was een belangrijk motief om aan het onderzoek deel te nemen...