Spekkie en Sproet vinden op straat een tekening met een gezicht erop. Het blijkt een politietekening te zijn: de man wordt gezocht! Als ze hem de volgende dag in een café zien zitten, besluit Spekkie hem te volgen, terwijl Sproet de politie waarschuwt. Maar Spekkie wordt door de crimineel betrapt en opgesloten, en de politie is in geen velden of wegen te bekennen...

Het is een duistere, donkere nacht.

‘Pas op, Dolfje,’ zegt opa weerwolf.

‘Er zijn... wezens op pad.’

Dolfje heeft ze ook gezien: enge

schaduwen met scherpe oren.

Er wordt gegromd, gegrinnikt.

En er gebeuren meer vreemde dingen.

Wat doet mevrouw Krijtjes in haar tuin

met haar gietertje en rare plantjes?

En wat is er met sommige klasgenootjes

van Dolfje, die doodmoe zijn, de dag na volle maan?

Dolfje Weerwolfje, favoriet bij de Nederlandse Kinderjury!