Bij Rhenen duikt uit het Rijndal steil de Utrechte Heuvelrug op. Dit relict uit de voorlaatste ijstijd is de eerste Nederlandse hoogte vanaf de kust. Op de zuidelijke flank van deze rug vestigden zich duizenden jaren geleden de eerste bewoners. Van de plaatsen waar ze woornden en werkten, is al lang niets meer te zien. Hun laatste rustplaatsen daarentegen liggen nog op honderden plaatsen verscholen in de bossen: grafheuvels uit de Nieuwe Steentijd, Bronstijd en IJzertijd. Vergeleken bij ander...

The hills overlooking the north flank of the Rhine valley in the Netherlands are dotted with hundreds of prehistoric burial mounds. Only a few of them were ever investigated by archaeologists, and even nowadays the many barrows preserved in the extensive forests of the Utrechtse Heuvelrug are the oldest visible witnesses of a remote, but largely unknown prehistoric past.

In 2006, a team of archaeologists of the Ancestral Mounds project of Leiden University set out to investigate these age-old...

Neue Forschungen zum 'Versenkten Peristyl' auf dem PalatinVon 2005 bis 2010 untersuchte ein internationales Forscherteam einen zentralen Bereich der römischen Kaiserpaläste auf dem Palatin: Das sogenannte 'Versenkte Peristyl' der Domus Augustana.Die Ergebnisse dieser Untersuchung werden hier in zehn verschiedenen Beiträgen vorgelegt. In ihnen zeigen sich unterschiedliche methodische Ansätze, die im Rahmen des Projekts miteinander kombiniert wurden, um beispielsweise die Bauphasen des Peri...

W.J. de Wilde is waarschijnlijk de raadselachtigste figuur in de geschiedenis van de Nederlandse prehistorische archeologie. Hij is in 1860 in Batavia geboren en schreef zich in 1880 aan de universiteit van Utrecht in als student medicijnen, waar hij pas na tien jaar zijn propedeuse haalde. Zijn lange studieduur schijnt niet het gevolg van veel feesten geweest te zijn want in 1892 werd hij door prof. Pekelharing aangesteld als assistent op het fysiologisch laboratorium. Pekelharing stond er o...

This study is a contribution to the household archaeology of the Caribbean. The aim of the research was to come to a material definition of the precolonial house, rather than rely on the few, short, Spanish colonial descriptions. Archaeological research from the indigenous Taíno site of El Cabo in the Dominican Republic is presented and seven centuries of community history from development and growth, to eventual demise after European contact is narrated through the dominant structure, the h...