Verlangen
Zoek zijn mond niet aan je lippen
zoek geen tranen in zijn ogen
zoek de liefde niet achter zijn deur
dichterbij wandelt de maan
dichterbij opent een hand jouw deur
rozen later borrelt de bron
Paul Roelofsen (Harlingen, 1940) groeide op tussen vier zusters, melkvee en vijf stabijhonden, alle teef. Zijn moeder was warm en idealistisch, zijn vader een rokkenjagende dominee. Omringd door deze vrouwelijke overmaat mag het een wonder heten dat hij de invloed hiervan in zijn poëzie binnen de perken weet te houden. Dit is zijn vierde bundel. Zijn inspiratie put hij uit nachtelijke wandelingen door zijn woonplaats Koedijk, waar hij dan meteen even kijkt of iedereen wel slaapt.