De nagedachtenis aan de Tweede Wereldoorlog (Grote Patriottische Oorlog in het Russisch) neemt onder Poetin bijna religieuze vormen aan. De heldendaden van het Sovjetleger worden breed uitgemeten. Maar verzwegen worden de vele honderdduizenden krijgsgevangenen, Ostarbeiter en anderen die ofwel in de goelag terechtkwamen of niet terug durfden naar het moederland uit angst voor de stalinistische repressie. Daarom wordt in dit boek uitgebreid ingegaan op het lot van krijgsgevangenen, Ostarbeiter, Kozakken, Oekraïeners en collaborateurs. Zij behoren niet tot de oorlogshelden van Poetin. De strijd tegen het Duitse nazisme gaf Poetin bovendien een aanleiding om Oekraïne binnen te vallen. Hij beweerde dat een fascistisch regime genocide pleegt in Oekraïne, waarbij westerse machten onder leiding van de VS aan de touwtjes trekken. Dat is de basis waarop hij zijn bewering heeft gebouwd dat Russische troepen nu bezig zijn met de ‘denazificatie’ van Oekraïne, in plaats van de waarheid dat ze een niet uitgelokte agressieoorlog voeren.