Door de ogen van Aladdin vraagt Jeanette Winterson ons anders te kijken. Een weeskind, straatschoffie, en nietsnut, maar hij was de meester over zijn eigen verhaal. Jeanette Winterson is geadopteerd, groeide op in de arbeidersklasse,
en was dus voorbestemd voor de fabriek. Maar zo hóéft het niet te lopen. De bibliotheek waar ze alles verslond en Sjahrazaad uit Duizend-en-één nacht leerden haar een belangrijke les: het leven is vaak een wrede teleurstelling,
maar dat is niet het enige verhaal. Je hebt het zelf in handen.
In een duizelingwekkende combinatie van fictie, memoires en magie laat Winterson ons zien hoe we onze wereld kunnen openbreken. Dit boek is een radicale stap de toekomst in.