Dit boek vertelt de bijzondere avonturen van een manke eend en een blinde haan: twee heel verschillende dieren, en dan ook nog beide met een beperking. Zonder elkaar echt te kennen, besluiten ze samen op pad te gaan naar een plek waar je geheimste wens in vervulling gaat.
De wandeltocht verloopt allesbehalve vlotjes. De twee dieren kibbelen heel wat af, en steeds weer lijkt het erop dat ze hun gezamenlijke reis afbreken en ieder zijn oude leventje weer oppakt. Maar ze hebben elkaar nodig om hun einddoel te bereiken, dus gaan ze door. En wij, de lezers van dit fascinerende verhaal vol charme en vindingrijkheid, kunnen niet anders dan glimlachen en soms ook hardop lachen om alle valse argumenten en slimme streken die de revue passeren. Maar één ding is zeker, langzaam maar zeker sluiten we eend én haan voor altijd in ons hart.
De diepgang van dit boek blijkt pas goed aan het einde van het verhaal, wanneer de twee hun einddoel hebben bereikt, maar niet zoals je misschien zou verwachten. Herkennen we niet veel van onszelf in deze twee (anti-) helden, over hoe we omgaan met mensen die anders zijn dan wijzelf en over onze eigen ‘beperkingen’ in het samenleven met anderen? Om samen ons einddoel te bereiken, heeft het geen zin te kijken naar wat ons scheidt, maar moeten we zoeken naar wat ons verbindt.
'De avonturen van manke eend en blinde haan' is een geweldig voorleesboek, maar ook zeer geschikt om zelf te lezen. Niet alleen is het een ontroerend verhaal, vol humor en taalgrapjes, het is ook een tikje filosofisch, maar wel met een vette knipoog!