Van Pim Wiersinga (1954-2024) verschenen romans bij Meulenhoff, Compaan en In de Knipscheer. Naar stijl en inhoud vormt «Nausikaä en de grote goden» een tweeluik met «Zena’s arena» (2022). De tumultueuze historische context omvat echo’s van Wiersinga’s opzienbarende roman «Gracchanten» (Meulenhoff, 1995). Pim Wiersinga heeft Nausikaä’s personage gebaseerd op de genegenheid van haar vader, op de semi-lyrische uitlatingen van Hypsikratea, op de Phaiaken-prinses in Homeros’ Odyssee, op de epische tradities sinds de Oudheid én vooral op zijn fantasie als schrijver. Hij voltooide «Nausikaä en de grote goden» vlak voor zijn dood. Met «Nausikaä en de grote goden» blaast Pim Wiersinga de Romeinse “agitprop” van Mithradates als monster op – in dichtvorm. Wiersinga: “Ik moest enige koudwatervrees overwinnen om het proza (níet hetzelfde als ‘n verhaal vertellen) volledig achter me te laten en te kiezen voor de episch-poëtische vorm, die zich in «Zena’s arena» episodisch voordoet en in «Nausikaä en de grote goden» volledig.”
Eeuwenlang was Mithradates een beroemde gestalte uit de Oudheid, net als Cleopatra, Spartacus, Julius Caesar en Alexander de Grote. Koning Mithradates VI van Pontos (134 – 63 BC) is door de eeuwen heen een formidabele verschijning in opera’s, drama’s en romans. Van de Oudheid tot ongeveer een halve eeuw geleden maakten historici en geschiedschrijvers studie van hem, vaak uit vijandig (of Romeins) oogpunt. Een van zijn bijnamen was de Oosterse (of Tweede) Hannibal; een karakteristiek die in elk geval recht doet aan zijn levenslange strijd tegen – en haat jegens – het Rome’s imperiale neigingen in de laatste eeuw van de Romeinse Republiek. ‘Romeinen, de gezamenlijke vijand van de mensheid.’ Zo typeert Mitradates– van gemengd Perzisch-Griekse origine en een van de meest veerkrachtige verliezers uit de historie – zijn oppermachtige tegenstander. Toch smeedt hij allianties met verlichte Romeinse geesten en dwingt hij bij zijn felste bestrijders ontzag af.
Wat Mithradates van hedendaagse massamoordenaars onderscheidt, is dat hij op latere leeftijd nooit de pogrom probeert goed te praten; ofschoon hij zijn afkeer van de Romeinen (hun imperialistische, op dominantie gerichte politiek vooral) nimmer afzweert. Hij trekt een grens bij het vergiftigen van waterputten – iets wat de botanist wél voorstaat. De koning neemt de volle verantwoordelijkheid op zich voor zijn (wan)daden. Naast Pol Pot steekt Mithradates’ menselijkheid zeker gunstig af. En, voor een literair verhaal minstens even belangrijk: hij komt als personage uit de verf door de eigenwijsheid van zijn dochter Nausikaä. Dankzij haar ziet de vorst de pijnlijkste waarheden onder ogen.