In deze tweede bundel van Jan Willem Sodderland, met acht detectiveverhalen, komt de lezer in heel uiteenlopende werelden terecht. Zo is er het drama bij een Rotary-achtige club waar twee leden wanhopige pogingen doen om de aftredende voorzitter op te volgen. Bij een golfclub komt men op het onzalige idee om uit te breiden van een negen- naar een achttienholes baan. Maar wil de buurman wel meewerken? Ook het boerenland is niet zonder gevaar. In het verhaal dat zich daar afspeelt wordt op een sombere ochtend een wandelaar bij een boerderij om het leven gebracht. Die moord blijkt verband te houden met een tragedie die lang geleden de gemoederen in een naburig dorp heeft beziggehouden. De fusie tussen twee advocatenkantoren geeft aanleiding tot onvoorziene problemen waardoor er uiteindelijk slachtoffers vallen. Hebben afgewezen liefde en koele, berekenende ambitie daarbij een voorname rol gespeeld? Een andere moordzaak betreft een vooraanstaand lid van de Eerste Kamer. Dat die moord veroorzaakt is door een voorstel van een Tweede Kamerlid om de Eerste Kamer op te heffen lijkt vergezocht, maar wordt toch voor mogelijk gehouden.
De moorden worden opgelost door inspecteur Jaap Schipper en brigadier Hanna Pengel. Die vormen een uitstekend team. Hanna bewondert de inspecteur en híj́ kan niet zonder haar observaties.
De verhalen zijn geschreven in een geheel eigen, nuchtere, met humor gekruide stijl.