Een paard kan atleet, partner of zelfs leerling zijn, maar hij is in de eerste plaats een voelend wezen. Een dier met gevoel en niet alleen van beweging, dat zijn wereld opneemt via instinct, associatief geheugen en het moment zelf. Daar begint onze reis. Niet bij controle, niet bij prestatie, maar bij het onzichtbare mechanisme dat alles aanstuurt. Het besturingssysteem dat de machine laat draaien, wat ik ‘kuddewijsheid’ noem.
Dat is niet slechts een dichterlijke wending. Het is een kader. Een waarheid in elk paard, of het nu vrij op de vlakte leeft of is klaargestoomd voor olympische sport. Kuddewijsheid is de architectuur op de achtergrond, die bepaalt hoe een paard relaties aangaat, energie leest, prikkels interpreteert en besluit wat hij vervolgens doet. Voordat een paard reageert, verwerkt hij en voordat hij beweegt, interpreteert hij.
Wie paarden echt wil begrijpen, moet hier beginnen. Niet bij wat zij doen, maar bij hoe zij de wereld op gevoel ervaren.