‘Ik, Hannibal Barkas, verbind mijn lot aan Carthago en ik zweer plechtig dat ik nooit een vriend van Rome zal zijn.’
Het is de eed die een jonge Hannibal zweert tegenover zijn goden. Niemand kon nog weten wat die woorden hem en zijn familie zouden brengen. Opgevoed, tezamen met zijn broers Hasdrubal en Mago, door de grootste generaal die Carthago kent, wordt Hannibal klaargestoomd om de strijd van zijn vader voort te zetten.
Gezamenlijk bundelen de broers hun krachten en beginnen ze aan een tocht die hen langs woeste stammen en onherbergzaam gebied brengt, met als doel het tot de afgrond brengen van het Romeinse Rijk.