In deze bundel voert de dichter ons langs meerdere thema’s. Het rivierenlandschap, waarin water, uiterwaarden, bomen en vogels optreden als metaforen. Herinneringen aan zijn vader vormen een reeks, waaraan deze bundel zijn titel ‘Dit water’ ontleent. Verlangen, de warmte van samenzijn, verwijdering, onbereikbaarheid; de liefde wordt in al haar zachte en scherpe kanten beschreven. Het onderwerp kinderen brengt ons vertedering, maar ook droefenis. In het slotgedicht komen de voor deze bundel kenmerkende motieven verlangen en onbereikbaarheid samen in beelden van een Nederlands rivierenlandschap.