‘Mijn kamer is van duct tape’ is Carlo Brouwers’ derde en meest persoonlijke gedichtenbundel waar hij zowel de lichtheid, alsook de zwaarte van het bestaan duidt, omarmt en relativeert. Hij heeft daarbij de durf terug te kijken naar wat ooit was, en hoe hij woorden en gedachten drie decennia terug verwoordde. Kwetsbaar als norm, waarbij Carlo uitdaagt om eenzelfde kwetsbaarheid te tonen en na te denken over wat echt van waarde is.
‘Mijn kamer is van duct tape, alles grijs en plakkerig.
Het ruikt naar oud, naar pepermunt en teer.
Ik adem in en strek mijn beide armen uit,
maar vlieg niet makkelijk meer.’
(uit ‘Mijn kamer is van duct tape’)