Piet groeide op in een eenvoudig boerengezin in de jaren 30 van de twintigste eeuw. Zijn voorouders waren in de achttiende eeuw aangewezen op zorg van de Maatschappij van Weldadigheid. Ze kwamen terecht in de Proefkolonie in Frederiksoord, de strafkolonie in Veenhuizen en in De Ommerschans. Door de generaties heen wisten ze zich steeds verder te ontworstelen uit de klauwen van armoede. Met hun krachtige wil om vooruit te boeren probeerden ze hun kinderen een betere toekomst te geven. Maar wanneer kun je stoppen met vooruitboeren? Wanneer kun je loslaten en is het goed genoeg?