De stamhoudster

Gonda van Walsum, stamhoudster van de jonkers Van Walsum, wil de Aarde verduurzamen, te beginnen bij haar familielandgoed Morren. Haar meeste pachters steunen haar en schakelen over op biologische landbouw, maar een kleine groep boeren houdt vast aan de gangbare methoden. Ze strooien bakken kunstmest, spuiten elke kever dood en zeuren over hagen langs de akkers, die hun bedrijfsvoering belemmeren.

Haar streven naar verduurzaming brengt haar ver in de politiek en als minister van landbouw krijgt ze de kans haar missie breed uit te dragen. Alles gaat naar wens totdat een spook uit het verleden opduikt; een griezelige look-a-like van haar pedofiele broer die rechten op het erfgoed doet gelden en als dat niet lukt, haar twaalfjarige dochter Paulien iets wil aandoen.

Jacob Vis (Haarlem, 1940) debuteerde in 1987 met de thriller Prins Desi, door Tomas Ross verkozen tot een van de tien thrillers in zijn canon van de Nederlandstalige misdaadliteratuur. Vis schreef tweeëntwintig misdaadromans waarvoor hij tien nominaties kreeg: vijf voor de Gouden Strop, twee voor de Diamanten Kogel (winnaar in 2014 met De Zwarte Duivel), twee voor de oeuvreprijs de Gouden Vleermuis (winnaar in 2020) en één voor Het beste boek van Overijssel. In 2011 werd hij verkozen tot Kunstman van Overijssel.