Helga Zilversmit, een jonge Joodse vrouw uit Maastricht, is achttien als zij in november 1943 op klaarlichte dag op haar onderduikadres in Luik in handen valt van de Gestapo. Na een helse tocht langs verschillende nazi-gevangenissen en concentratiekampen, waaronder Auschwitz, keert ze na de oorlog terug naar Maastricht. Daar komt ze achter de schokkende waarheid: samen met de rest van haar familie, die heeft weten te ontkomen, is zij verraden door niemand minder dan hun vertrouwelinge en helpster uit het verzet, de Belgische herbergierster Betsy Coenegrachts.
Wie was Betsy Coenegrachts? Wat dreef haar? Tachtig jaar na de oorlog is het uitgerekend een van haar kleindochters die de ondoordringbare muur van zwijgen binnen haar familie wil doorbreken. Helga Zilversmit was een van de zwaarst getroffen slachtoffers van haar ‘lieve oma’, die na de oorlog in België werd veroordeeld voor verraad.
Op basis van uniek, nieuw materiaal reconstrueert Marie-Cécile van Hintum de spraakmakende, maar nooit helemaal opgehelderde verraadkwestie in het Nederlands-Belgische grensgebied. Het is een exemplarisch oorlogsverhaal over het apart zetten en ontmenselijken van Joodse medeburgers door Duitse nazi’s en hun door ambitie en hebzucht gedreven helpers. Het laat indringend zien waar rechteloosheid en willekeur toe leiden, juist in deze gepolariseerde tijd, nu radicale ‘wij/zij-denkers’ opnieuw in opmars zijn.