Nico Gunzburg (1882-1984) leidde een uitzonderlijk leven in een tijd van grote politieke, sociale en morele vraagstukken. Als joodse migrant ontvluchtte hij de Russische pogroms en vond een nieuw thuis in Antwerpen. Daar groeide hij uit tot een invloedrijk advocaat, hoogleraar, flamingant en liberaal-humanist. Al op jonge leeftijd sloot hij zich aan bij de vrijmetselarij.
Hij streed voor de vernederlandsing van het recht, stichtte als decaan het Instituut voor Criminologie aan de Gentse universiteit en speelde tijdens de wereldoorlogen een rol in de diplomatie. In ballingschap werkte hij mee aan de voorbereiding van het Neurenberg-tribunaal en zette zich via internationale organisaties in voor de wederopbouw van een rechtvaardige wereldorde. Na de Tweede Wereldoorlog hervatte hij zijn werk in België en bleef tot op hoge leeftijd professioneel actief, tot in Indonesië.
Deze biografie brengt het fascinerende verhaal van een man die zijn lange leven ten dienste stelde van recht, rede en menselijkheid.