Wat betekent het vandaag de dag om wereldburger te zijn? In een wereld die steeds sterker verdeeld raakt door polarisatie, nationalisme en uitsluiting, zoekt filosoof Marc Van den Bossche naar een ander uitgangspunt: onze lichamelijkheid. Als kwetsbare, belichaamde wezens zijn we altijd al verbonden met anderen – en juist daarin ligt een begin van betrokkenheid.
Vanuit dit besef ontwikkelt 'Wereldburgers' een filosofisch parcours langs vragen over identiteit, gemeenschap en verantwoordelijkheid. Van den Bossche brengt westerse denkers als Bauman, Taylor, Vattimo en Rorty in gesprek met niet-westerse stemmen zoals Mbembe, Anzaldúa, Mignolo en Appiah. Zo ontstaat een rijk en meerstemmig denken over wereldburgerschap dat ruimte laat voor verschil zonder vervreemding, en verbondenheid zonder uniformiteit.
De verbeelding staat daarbij centraal: ons vermogen om nieuwe manieren van samenleven te denken, voorbij vaststaande grenzen en identiteiten. Het boek eindigt waar het begon – bij het lichaam – maar dan dat van de ontheemde, de vluchteling, die symbool staat voor de morele vragen van deze tijd.