Frederike brult, spuwt, braakt, raast, bulldozer-buldert. Ze is boos op haar tante die verhuist naar de andere kant van de wereld. Op een dag staat er een vreemde, oude man in de tuin. Is het een vogelverschrikker? Een boeman? De zonderlinge man blijkt de letter ‘o’ verloren te zijn. Frederike gaat met hem op pad om die terug te vinden. Zal ze daarin slagen? En vindt ze onderweg zelf wat ze nodig heeft?