Jesus Fernandez, bijgenaamd El Pocero (de graver), was ooit de
rijkste man van Spanje. Op het toppunt van zijn rijkdom bouwde
hij een stad die zijn naam zal dragen. Het megalomane project
valt in duigen door de vastgoedcrisis van 2008. Volledig aan
de grond beslist hij een einde te maken aan zijn leven. Met de
nodige zin voor dramatiek schrijft hij een afscheidsbrief, steekt hij
kaarsen aan, bindt hij zijn grootste verwezenlijkingen in de vorm
van een boek met krantenknipsels rond zijn borst en hangt hij
zichzelf op.
Maar het lot beslist anders... Net op dat moment duiken immers
twee agenten en een deurwaarder bij zijn huis op. Ze snijden
de strop door... en gooien hem vervolgens op straat. Radeloos
zwerft hij rond tot hij in een bar in het aanpalende dorp belandt.
Daar hoort hij over het mythische dorpje Marinaleda, in het hart
van Andalusië. Een utopische plaats waar de dorpsbewoners het
kapitalisme de rug hebben toegekeerd en waar de crisis niet lijkt
te bestaan. Nu hij niets meer te verliezen heeft, besluit Jes˙s zijn
geluk daar te gaan zoeken...
En jawel, in Marinaleda ziet Jesús Fernández het licht.
Aangemoedigd door de charismatische burgemeester van het
dorp, Gordillo (die zichzelf ziet als een mix tussen Gandhi, Marx
en Jezus Christus), gooit hij zich volop in de sociale strijd die
de dorpsbewoners tegen het hen omringende onrecht voeren.
Helaas is niet iedereen in het dorp even overtuigd. Een Judas
ontwaakt en het dorp wordt door verraad langzaam maar zeker
in een duistere spiraal meegezogen... Is de Utopie gedoemd om
te verdwijnen en zal Jesús Fernández als ‘apostel’ van Gordillo
lijdzaam blijven toekijken, ook als de burgemeester van het toneel
verdwijnt?