In 'Rug aan rug' werd de vraag 'Wat als' gebruikt op het leven van een historicus. In het eerste verhaal, 'Onvoltooid geschreven', wordt een historicus zelf deel van een mysterieus verleden. Bij 'Zo van die zomerdagen' wordt het leven van een geschiedenisleraar op de kop gezet, omdat zijn relatie onder vuur komt te staan. Met 'Gezichtsverlies' komen we zelfs terecht in een alternatieve wereld, waar gezichtsverlies heel letterlijk moet genomen worden.