Zangen van overzee en verre einders. Ze mompelen sinds vele zomers langs de oevers van mijn bewustzijn. Mysteriën die om onthulling vragen en mijn leidsman werden.
Dichten kwam tijdens dit zoekend dolen nooit in beeld, maar woorden tastten naar mij. Aarzelend en beslist. Er was geen weg terug. Wuivend licht werd mijn muze.
Transmuzerie tracht dit dwalen in de gesluierde wereld achter de stoffelijke werkelijkheid het woord te geven; een mystieke wereld in een fluisterende koepel. Een duizelingwekkende wereld die luiken doet kieren maar tevens zeeën vol met nevel blaast.
Een weefsel van letters en geest bezingt het tasten in de mist, stuntelt rond flarden, dwaalt in de zomen van iets wat grootser, waziger en helderder is dan de wereld van de logica die ik ook ruim aanbid.
Een geestelijke wereld die de stof muziek inblaast. Daarmee niet slechts esoterie bezielt en haar kinderen religie, spiritualiteit, filosofie en schone kunsten, maar alles wat trilling heeft. Dus ook politiek, wetenschap en de baksteen op de hoek.
De kosmos is niet eenkennig. Het is ons hoofd dat grenzen trekt.