Met De Caƫlo, Over de Hemel, beschreef Aristoteles de kosmos met de Aarde als het onbetwistbaar centrum, dat Ptolemaeus vereeuwigde in zijn Almagest. Samen met zijn natuurfilosofie zou dit wereldbeeld meer dan 2.000 jaar het Europese denken beheersen. De meest fervente aanhangers van Aristoteles, weigerden elke toegeving. De onverzettelijkheid van de kerkelijke instanties zorgde voor een wetenschappelijke stilstand. Toch zouden net de commentaren van theologen als Roger Bacon, Thomas van Aquino, Nicolaas van Cusa of Jean Buridan een inspiratiebron vormen voor Copernicus, Kepler, Galilei, Descartes, Huygens of Newton. Ook zij zochten, net zoals Aristoteles, naar die verborgen kosmische code. Met de huidige kennis van de relativiteitstheorie en de kwantummechanica hopen moderne astronomen met de nieuwste technologische ontwikkelingen de kosmische code te ontrafelen, wat moet leiden naar een allesomvattende Theorie of Everything.