Terwijl de wetenschap zich razendsnel ontwikkelt, leven we steeds langer. Hoe
heeft de mensheid in de loop der tijd tegen veroudering en de dood gestreden?
En welke methoden zullen we in de toekomst tot onze beschikking hebben?
In haar zoektocht naar antwoorden op deze vragen gaat Tiina Raevaara te rade
bij de (wetenschaps)geschiedenis: van vampierlegenden tot stamcelbehandelingen
en genbewerking. In Het eeuwige leven stelt ze de vraag of het droombeeld
van een zo lang mogelijk leven wel nastrevenswaardig is. Als we zouden
erkennen dat we deel uitmaken van al wat leeft – en sterft – kunnen we ons dan
eindelijk ontdoen van die eeuwige uitputting, spanning en haast?