Prachtig geschreven en veelgeprezen: in deze intieme roman over geloof, familie en de kracht van taal om te kunnen herinneren weet Doude van Troostwijk op lichte en tedere wijze een complexe familiesituatie te schetsenDeze originele debuutroman gaat over een familie van Nederlandse predikanten in de Elzas. In de pastorie, omringd door mooie bossen, wonen drie generaties onder hetzelfde dak: opa, vader en moeder, en zoon. De grootvader was, de vader is, en de zoon wordt binnenkort predikant. De verteller keert na een jaar terug naar huis om de intrede van haar oudere broer bij te wonen. Op tedere en originele wijze beschrijft de verteller het uiteenvallende gezin: haar grootvader raakt steeds verder gedesoriënteerd, haar oververmoeide vader kampt ook met geheugenverlies en haar broer twijfelt of hij de roeping tot predikant wel moet volgen. De verteller probeert, terug in haar ouderlijk huis, met haar familie zo veel mogelijk herinneringen op te halen. Ze kijken naar familiefilmpjes, spelen potjes memory en luisteren naar muziek, zowel in het Frans als in het Nederlands. Zo weet ze in deze moeilijke situatie ook humor en lichtheid te brengen. Een ontroerend boek over herinneringen, vergeten en de kracht van het blijven vertellen.In de pers‘In een schrijfstijl die aansluit bij de codes van haar tijd – korte zinnen, close-ups, uiterste beschrijvende precisie, vooral als het gaat om gebaren en lichaamsbewegingen – schreef Emma Doude van Troostwijk een zeer originele eerste roman.’ Le Monde ‘Een meesterlijke en poëtische duik in de intimiteit van een domineesfamilie. In haar debuutroman onthult Emma Doude van Troostwijk de onuitgesproken verhalen van stille en contemplatieve levens met zeldzame subtiliteit. Een openbaring!’ Librairie Delaimin‘Emma Doude van Troostwijk weeft een prachtig verhaal dat bestaat uit korte verhalende en krachtig suggestieve paragrafen, afgewisseld met observaties over de overeenkomsten en verschillen tussen de twee talen en uitdrukkingen, en componeert zo een diepgaand geheel rond het thema geheugen.’ Télérama