Het jaar is 1579. Als zestienjarige herbergierszoon verlaat Jan Huygen zijn geboortestad Enkhuizen. Hij wil verre landen en vreemde volken leren kennen. Via Spanje en Portugal weet hij aan boord van een vloot naar India te komen; op dat moment zijn de Portugezen de enige zeevaarders die de route van Europa naar de Oost kennen, een geheim dat zorgvuldig bewaard wordt.
In India maakt hij een bliksemcarrière in Portugese dienst. Als vertrouweling van de aartsbisschop van Goa weet hij inzage te krijgen in de geheime kaarten en routes van de lucratieve Aziatische specerijenhandel en de vaart op Japan en China.
Na een tragisch liefdesavontuur keert hij terug in Nederland, waar zijn aantekeningen goud waard blijken te zijn. Zijn reisjournaal wordt een klassieker en de Amsterdamse kooplieden die zich korte tijd later zouden verenigen in de VOC rusten de eerste expeditie naar de Oost uit op basis van zijn geheime informatie.
Jan Huygen van Linschoten, zoals hij zich inmiddels noemt, wordt ontvangen door de prins van Oranje en trouwt de dochter van een regent.
Als hij zich echter op een nieuw avontuur stort, het vinden van een route naar China via de Noordpool met Willem Barendtsz, gaat het hopeloos mis. De notabelen die hun geld in zijn expeditie hebben gestoken willen niets meer met hem te maken hebben en op straat wordt hij met de nek aangekeken. De kinderen zingen spotliedjes over hem: Jan Huygen in de ton, Jan Huygen….
Op basis van de geschriften van Jan Huygen van Linschoten en vele andere geschiedkundige bronnen reconstrueerde Ton van der Lee het avontuurlijke leven van de grondlegger van de VOC.
Hij schreef een wervelende historische roman, waarin hij de getergde Jan Huygen een stem geeft en laat terugkijken op zijn bewogen leven.