‘De Geestbewaarder’ is op historische gebeurtenissen gebaseerd. Het boek speelt zich af in West-Afrika en Suriname, en confronteert de lezer met een aantal schokkende feiten over de handel in tot slaaf gemaakten.
‘De Geestbewaarder’ vervlecht twee persoonlijke verhalen.
In het heden volgen we de speurtocht van de Surinaamse Stanley, een Amsterdamse marktkoopman die van een oude vrouw in Suriname de opdracht krijgt om contact te leggen met de geesten van zijn voorouders.
Hij trekt naar Afrika om te zoeken naar sporen van zijn stammoeder. In de oerwouden van Ghana raadpleegt hij het orakel van een fetisj tempel, en in het door oorlog verscheurde Sierra Leone wordt hij ingewijd in het geheime genootschap van de Temne stam. Zijn huwelijk dreigt ondertussen op de klippen te lopen, maar hij vindt geen rust, tot hij de waarheid weet.
In de 18e eeuw volgen we Caspar, de jonge stuurman van een Zeeuws slavenschip. Hij stroopt de Afrikaanse kusten af om rijk te worden aan de handel in ‘die beesten’ en zo het meisje van zijn dromen te kunnen trouwen.
We zijn getuige van de wrede toestanden in de West Afrikaanse koninkrijkjes die van de slavenhandel leefden, en van de onmenselijke praktijken van de blanke slavenhalers. Caspar belandt in de Province of Freedom, de eerste kolonie van bevrijde Amerikaanse slaven die in Afrika werd gesticht. Een ontluisterende mislukking, omdat de kolonisten uiteindelijk zelf hun toevlucht tot de slavenhandel namen om te kunnen overleven.
Wat deze twee mannen met elkaar gemeen hebben, wordt pas op het einde van ‘De Geestbewaarder’ duidelijk.
Voor deze heruitgave herzag de auteur de tekst en schreef hij een speciaal voorwoord.