In 1913 bereidt de Nederlandse koloniale overheid een groots feest voor; de viering van honderd jaar onafhankelijkheid van Frankrijk. Ironisch genoeg worden alle Indonesische onderdanen echter gedwongen mee te betalen aan dit ‘vrijheidsfeest’ in hun bezette land.
De jonge journalist en nationalist R.M. Soewardi Soerjaningrat (later Ki Hadjar Dewantara) slaat terug met dit vlijmscherpe pamflet. Onder de façade van een hypothetische Nederlandse burger ontmaskert hij de hypocrisie van de kolonisator.
“Neen, voorwaar, als ik Nederlander was, ik zou nimmer zulk jubileum willen vieren hier in een door ons overheerscht land. Eérst dat geknechte volk zijn vrijheid geven, dàn pas onze eigen vrijheid herdenken.”
Dit vlugschrift, destijds massaal verspreid en in het Maleis vertaald, was een directe en onverbloemde aanval op de koloniale arrogantie. De publicatie veroorzaakte een schokgolf in Nederlands-Indië en leidde tot de verbanning van Soerjaningrat.
‘Als ik eens Nederlander was…’ is een essentieel historisch document en een meesterwerk van politieke satire. Het toont de geboorte van het Indonesische nationale zelfbewustzijn en herinnert ons eraan hoe krachtig het geschreven woord kan zijn tegen onderdrukking.