Bladerend in de werkboekjes van zijn vader, komen al die herinneringen terug aan jaren waarin de kloktijd nog niet zo
dwingend was. In de tekening ‘bieten rooien, 10,5 uur ploegen’ zie je zowel de zwaarte als de poëzie van het Groningse
land. Wim Biewenga spaart met opzet wel bepaalde vaktermen en werkwoorden uit in zijn toevoegingen op de
papieren van zijn vader. zoals erwten zichten, ketting eggen, koeien ‘op zetten’, sloot ‘aanwallen’, bieten op ‘één
zetten’, koppelloon... De vaktermen worden titels. Hij zet centraal wat Hannah Arendt ziet als
primair aan het menselijk bestaan: arbeiden om te voorzien in de behoefte aan voedsel. Haver, bieten, erwten, gerst,
aardappels, tarwe. Eerlijke handarbeid. Elke dag weer. Het zijn geen werkboekaantekeningen meer.
Het zijn ook geen autonome kunstwerken. Het zijn co-creaties van vader en zoon. [Dr. Gerard de Kleijn]