Slechts enkele jaren na de uitvinding van de fotografie in 1839 maakte deze nieuwe techniek ook zijn opwachting in Suriname. Rondtrekkende fotografen bezochten Paramaribo en boden hun diensten aan om de bewoners van de stad te portretteren in daguerreotypie, de vroegste vorm van fotogra- fie. Vanaf dat moment kon men zich in Nederland een beter beeld vormen van de verre kolonie in de West. Na de eeuwwisseling vereenvoudigde de techniek van de fotografie, waardoor ze toegankelijk werd voor amateurfotografen. Een groeiend aantal fotografen trok door het land om foto's te maken op de plantages en in de binnenlanden. Vanaf het midden van de 20ste eeuw verschenen de eerste fotoboeken, waarin de ene keer de mensen van Suriname, dan weer de steden, de plantages, landschappen, architectuur of de infrastructuur centraal stonden. Dit boek - in samenwerking met fotohistorica Eveline Sint Nicolaas van het Rijksmuseum - schetst de geschiedenis van de Surinaamse fotografie van de vroegste daguerreotypieËn uit 1845 tot en met de kleinbeeld-foto's van de onafhankelijkheidsviering in 1975. De talrijke foto's in het boek geven een prachtig beeld van Suriname in een bepalende periode uit de geschiedenis van het land.