Het bad is groot.
Tim speelt met zijn boot.
Het bad wordt de zee
en Tim vaart op zijn bootje mee.
'Zeg Tim, waar gaat de reis naartoe?'
'Vandaag... ga ik naar Timboektoe.'
Tim heeft veel fantasie. Als hij in bad zit, vaart hij naar Timboektoe. Onderweg neemt hij allerlei dieren, en zelfs een piraat, mee. Maar weet Tim eigenlijk wel waar Timboektoe ligt?