Kabinetsformaties in Nederland kennen al driekwart eeuw doorslaggevend belang toe aan het regeerakkoord, een eigen ‘bijbel’. Partijen in het gemeentebestuur maakten het zichzelf niet zo moeilijk; daar ging het bij de collegevorming hoofdzakelijk om persoonlijk vertrouwen. Maar inmiddels is dat vooral in de grotere steden niet meer voldoende.
De vorming van colleges van burgemeester en wethouders begint steeds meer te lijken op de nationale kabinetsformatie, met uitvoerige collegeakkoorden en langdurige onderhandelingen die eraan voorafgaan.
Lokaal noch nationaal formeert men nog zonder verkenners, informateurs en formateurs. Geduldig papier is bij uitstek het houvast geworden voor de Nederlandse politicus, in staat én in stad. Maar helpt dat ook het openbaar bestuur stabiel en effectief te maken?
De auteur heeft zich een carrière lang zowel wetenschappelijk als praktisch met dit kenmerkende verschijnsel van de Nederlandse politiek beziggehouden en weet als geen ander wat zich afspeelt in deze formerende fase.
J.Th.J. van den Berg is emeritus hoogleraar aan de universiteiten van Leiden en Maastricht en tevens oud-hoofddirecteur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. In Wassenaar en Maastricht was hij als informateur betrokken bij de formatie van nieuwe colleges van B en W. Hij was coauteur van het tweedelige standaardwerk over de parlementaire geschiedenis van Nederland, van twee boeken over gemeentelijke collegevorming en van Humeurig volk, verkrampte politiek en hoe het anders kan. Hij is fellow van het Montesquieu Instituut.
Over Humeurig volk, verkrampte politiek en hoe het anders kan:
‘Het biedt een overtuigend en interessant pleidooi dat het anders moet.’
EW
‘Een zeer vlot geschreven boek.’
Jaarboek Parlementaire Geschiedenis