Lange tijd was ontwikkelingssamenwerking een thema waar in Nederland geen discussie over was. Van links tot rechts vond vrijwel iedereen dat het een goede zaak was arme landen te helpen zich te ontwikkelen. Die tijd is voorbij. In Opheffers keert Wim van den Doel terug naar de jaren waarin de Nederlandse ontwikkelingshulp vorm krijgt. Acht personen die hierbij een belangrijke rol speelden, van Egbert de Vries tot Theo Bot, worden geportretteerd in een boek dat verder de geschiedenis vertelt van Nederlanders die verschillende delen van de wereld economisch en sociaal proberen te ontwikkelen. Bijzondere aandacht is er daarbij voor Nieuw-Guinea en Suriname, waar in de jaren vijftig en begin jaren zestig verreweg het meeste Nederlandse ontwikkelingsgeld heen gaat. Maar ook de eerste projecten van de Novib komen aan de orde. Welke motieven leefden er in Nederland om minder ontwikkelde landen te gaan helpen? Hoe kreeg de ontwikkelingshulp vorm? En had die hulp resultaat? Opheffers werpt een verrassend nieuw licht op deze fascinerende geschiedenis.
Wim van den Doel is hoogleraar algemene geschiedenis en verbonden aan de Universiteit Leiden, de TU Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Voor zijn biografie Snouck. Het volkomen geleerdenleven van Christiaan Snouck Hurgronje ontving hij in 2024 de Boerhaave Biografie Prijs van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen.
Over Snouck:
‘Een met veel kennis van zaken geschreven boek, dat voor iedereen met plezier te lezen valt en een uiterst betrouwbare indruk maakt. De auteur geeft het hele rijke en avontuurlijke leven van Snouck weer, en veel van diens belevenissen leest men met spanning. In een afsluitend dertiende hoofdstuk zet de auteur een afgewogen beeld van Snouck neer, zonder hem de maat van de hedendaagse politieke correctheid te nemen.’
Uit het juryrapport van de Boerhaave Biografie Prijs 2024