‘Help, mijn zoon verdwijnt in een computerspel’, ‘Wat doet iemand uit je dagelijks leven in godsnaam in je romantische dromen?’ en ‘Hoe ga ik om met de vluchtigheid van het bestaan?’ Welkom in de papieren spreekkamer – met levensvragen die lezers aan ‘De analyticus’, Arthur Eaton, stelden in De Groene Amsterdammer. De antwoorden zijn geen pasklare adviezen, eerder losse, associatieve overwegingen. Geen voorschriften dus, en zeker geen quick fixes, wel een uitnodiging: om te twijfelen, te denken, te dromen. Wat je in handen hebt, is iets zeldzaams: een psychoanalytische antiadviescolumn, waarin de vraag altijd belangrijker is dan het antwoord.