In Heim, of het verhaal van mijn duizeligheid onderzoekt Dorien de Wit de relatie tussen angst, duizeligheid en reizen. Ze verweeft persoonlijke ervaring, filosofische reflectie en poëtische observaties. Door het maken van een fysieke reis (al is reis een groot woord) beweegt ze in steeds kleinere cirkels om de contouren van haar angst heen, de grenzen aftastend en voorzichtig oprekkend. Dit boek verkent duizeligheid op verschillende niveaus; van het fysieke wankelen veroorzaakt door een aandoening aan het evenwichtsorgaan tot het kosmische duizelen dat ons kan overvallen bij het besef van onze plaats in het heelal.