Bij jou

Beer en Mol zijn in diepe winterslaap. Beer droomt van iets heel moois en krijgt de kriebels, dan stort het hol in. Mol is boos, maar Beer loopt Bij al achterna, die hem helpt het fijne uit zijn droom te vinden. Was het een bloem of een bos? Was het de lenteweide, of de zomer waar Beer een zaaizoen krijgt van Bij, of was het toch de herfst? Of is het moois nu juist dat wat Beer mist als het winter is? Beer gaat terug, dwars door alle seizoenen heen naar Mol die een nieuw hol voor hen heeft gemaakt.

Als ze samen in het voorjaar wakker worden is de droom uitgekomen, alles ziet er anders uit.