Brooklyn, ca. 2022. Een welgestelde, gescheiden New Yorkse vrouw, moeder van drie volwassen kinderen, besluit om een vluchteling uit Honduras in huis te nemen. De lieve, behulpzame, bloedmooie Martine betrekt het souterrain en maakt zichzelf algauw onmisbaar. Maar de oudste zoon Nico, tevens de verteller (overigens een thuiswonende, werkloze twintiger met zijn eigen opvattingen over ‘de vluchtelingencrisis’), heeft zijn twijfels over Martines afkomst. Die alleen maar groter worden wanneer een vreemde, ietwat norse man bij Martine intrekt, gevolgd door nog een paar landgenoten. Het statige huis in de chique buurt wordt al snel te klein; moeder en zoon komen lijnrecht tegenover elkaar te staan. Een complicerende factor: Nico’s gevoelens voor Martine.