Het bergdorp waar boer Max al tachtig jaar woont, is bedekt met een deken van sneeuw. Buiten is het stil. Totdat de doodsklok ineens luidt. Hij klinkt voor Sjors,zijn leven lang zijn beste vriend, en meer. En dus trekt Max er ’s avonds op uit, naar de dodenwacht, waar de bejaarde dorpsbewoners bij elkaar komen om Sjors te herdenken. De hele nacht halen ze herinneringen op aan vroeger, aan het kleine geluk waaruit een mensenleven bestaat. Ze praten over Sjors. Maar ook over de bekrompenheid die de kop soms opstak in het dorp, over gebeurtenissen die werden verzwegen. Pas ’s ochtends vroeg komt Max thuis. Op deze eerste dag zonder Sjors wordt het hem duidelijk: niets daarvan zal ooit terugkeren.