ik bouw mijn kaartenhuizen het liefst niet van kaartenik borduur graag wandkleden waarop ik naakt te zien benin authentieke details vrij van alle tinten ruisin alle naaktheid ikik denk niet dat dat kan maar denk het toch graagik vul willekeur graag op met kruisstekenin mijn kamer boven de haard hangt het kleed onbekekenin het granieten kaartenhuis waar zelfsik ontbreek
Jeroen van Kan verbindt in zijn nieuwe bundel twee bewegingssoorten met elkaar: die van het binaire balletje en de in zijn baan ogenschijnlijk vrije steenklomp die de oude Grieken ‘een langharige ster’ noemden. Beschrijf je je eigen baan of die van een ander, dat is de vraag die in deze speelse poëzie ronddwaalt.