De Donau en de Rijn markeerden ooit de limes, de uitgestrekte noordgrens van het Romeinse Rijk. Eeuwen later, in de vroegmoderne tijd, lagen deze rivieren juist in het hart van Europa. Koningen, edelen en steden grepen hun band met de Romeinse oudheid aan om macht, roem en beschaving te claimen. Sommigen wezen trots op hun Romeinse wortels, anderen benadrukten dat hun voorouders nooit door legioenen waren onderworpen en zo hun vrijheid hadden behouden. Alleen de Muur van Hadrianus in Noord-Engeland bleef symbool van een actuele grens.
Al deze claims vroegen om overtuigend bewijs. Historici werden ingeschakeld om lokale geschiedenissen te schrijven, collecties van antieke voorwerpen zagen het licht, en ruïnes of resten van Romeinse bouwkunst werden gekoesterd als tekenen van een voornaam verleden. Tegelijkertijd werden kastelen, stadhuizen en kerken ontworpen als echo’ s van de oudheid – herinneringen in steen die macht en privileges moesten onderstrepen.
In De limes als legende volgt Koen Ottenheym in vijf etappes de herontdekking en verbeelding van de limes, van Constantinopel tot Schotland en in Zuid-Spanje en Marokko. Hij laat zien hoe herinnering, architectuur en identiteit samenvloeiden in een legende die Europa blijvend vormgaf.