Macht en menselijke natuur (1931) is het belangrijkste politiekfilosofische werk van de Duitse denker Helmuth Plessner (1892-1985). Geschreven in de nadagen van de Weimarrepubliek, biedt het boek een indringende analyse van de bedreigingen waarmee een jonge democratische rechtsstaat geconfronteerd wordt. Plessner reageert op tijdgenoten als Carl Schmitt, de latere ‘kroonjurist van de nazi’s’, en Martin Heidegger, die zich eveneens tot het nationaalsocialisme zou bekennen. Terwijl hij Schmitts definitie van politiek als de onderscheiding tussen vriend en vijand volgt, toont Plessner op basis van zijn wijsgerige antropologie aan dat de vijand altijd ook deel van onszelf uitmaakt. Daarmee doorbreekt hij absolute vijandbeelden en ontwikkelt hij een originele en inspirerende politieke antropologie, waarin pluralisme, tolerantie en respect voor de ander centraal staan. Tegelijkertijd verdedigt hij als politiek realist het recht om de democratie, wanneer die wordt bedreigd, met alle passende middelen te beschermen. In een tijd van toenemend populisme en autoritarisme blijkt Plessners oproep tot een weerbare, pluralistische democratie actueler dan ooit.
De hier voor het eerst in Nederlandse vertaling verschijnende editie wordt voorafgegaan door een verhelderende inleiding door Julien Kloeg en Jos de Mul.