In De ondergang van het Avondland, in twee delen verschenen in 1918 en 1922, schetst Oswald Spengler een meeslepend panorama van de menselijke geschiedenis. Hij laat zien hoe culturen opkomen en vergaan, in een proces dat vergelijkbaar is met het komen en gaan van de seizoenen. Op basis van een analyse van acht grote culturen ontwikkelt Spengler een methode die hem in staat stelt het heden te duiden als een tijd van cultureel verval en voorspellingen te doen over de toekomst van onze westerse beschaving.
‘Het blijft moeilijk je niet te laten meeslepen door zo’n duizelingwekkende mix van historische verbeeldingskracht en zelfverzekerdheid. met dank aan vertaler Mark Wildschut die bijna 1200 bladzijden lang een formidabele prestatie heeft geleverd.’ – ARNOLD HEUMAKERS IN NRC
‘De ondergang van het Avondland staat onmiskenbaar vol prikkelende beelden en gedachten. Tijdens het herlezen ervoer ik opnieuw dat mijn gedachten dankzij de tekst afdwaalden naar ongekende vertes, rare verbanden, verrassende inzichten.’ – CHRIS VAN DER HEIJDEN IN DE GROENE AMSTERDAMMER
Oswald Spengler (1880-1936) was een Duitse geschiedfilosoof en cultuurhistoricus. Hij verwierf wereldwijde faam met zijn magnum opus De ondergang van het Avondland dat in twee delen verscheen (1918 en 1922). Het boek was tegen de verwachtingen van Spengler en zijn uitgever in meteen een ongekend succes. Er werden honderdduizenden exemplaren van verkocht en het verscheen in meerdere vertalingen; Spenglers naam als een van de meest invloedrijke Duitse denkers was gevestigd. Van conservatieve denkers tot linkse cultuurcritici: de hele wereld was destijds ‘in de ban van Spengler’.