Het Oranjecomplot

Herfst 1799. Vier jaar nadat de Oranjes zijn verdreven, beramen zij een complot om naar Nederland terug te keren. Met steun van een Brits-Russisch leger van 42.000 man, dat de revolutionairen van aartsrivaal Frankrijk wil bestrijden, trekken buitenlandse troepen Noord-Holland binnen. Achter de linies ontvouwt zich een web van spionage, verraad en sabotage. Oranjegezinde regenten, officieren en edelen vormen een schaduwnetwerk. De Bataafse vloot komt door omkoping in Britse handen. In Twente en de Achterhoek breken opstanden uit. En door het hele land sneuvelt het revolutionaire symbool van de vrijheid: de vrijheidsboom.

In Het Oranjecomplot ontrafelt Joost Rosendaal een waargebeurde intrige vol hoogmoed en misrekening, inschattingsfouten, rivaliteit, strijd tussen stad en platteland en de oude Oranjeorde tegenover de democratische eenheidsstaat. Het complot van de Oranjes mislukt, maar legt de zwakte van de Franse regering bloot en maakt zo de weg vrij voor een andere staatsgreep: van generaal Napoleon Bonaparte.

Joost Rosendaal (1963) is bijzonder hoogleraar Geschiedenis van Oorlog en Vrijheid in het Nederlands-Duits grensgebied aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Met boeken als Bataven! Nederlandse vluchtelingen in Frankrijk 1787-1795 (2003), De Nederlandse Revolutie. Vrijheid, volk en vaderland 1783-1799 (2005) en Staatsregeling voor het Bataafsche volk. De eerste grondwet van Nederland (2005) maakte hij naam als toonaangevende auteur over de Bataafs-Franse tijd.